Na vele vertragingen en andere hindernissen die ontwikkelaar BioWare heeft moeten overkomen, is er na tien jaar eindelijk een episch nieuw deel in de Dragon Age-franchise.
Dragon Age: The Veilguard is een vervolg op het in 2014 uitgebrachte deel Inquisition en brengt spelers terug naar de wereld van Thedas, waar dit keer een aantal oude, corrupte goden ontsnapt zijn uit eeuwen aan duisternis. Het is aan Rook, de nieuwste held van Dragon Age, om de inwoners van Thedas te redden. Dit doe je echter niet alleen; samen met een team van zeven metgezellen ga je de strijd aan met het kwaad.
Allereerst is het makkelijk om jezelf te verliezen in de uitgebreide character creator, die een hoop verschillende opties met zich meebrengt. Je kunt kiezen uit door de game samengestelde sets verschijningen, maar je kunt natuurlijk ook een geheel nieuw personage creëren. Hierbij kun je kiezen uit verschillende rassen, en het achtergrondverhaal van jouw personage bepaal je door te kiezen uit één van de zes facties. De klassen beïnvloeden de gameplay en je achtergrond beïnvloedt het verhaal. Laatstgenoemde zorgt ook voor bepaalde opties in gesprekken en je bent sneller geliefd bij de factie waar jij deel uit maakt.
Elke factie brengt weer zijn eigen set aan eigenschappen en voordelen met zich mee, die invloed hebben op jouw game-ervaring. Tot slot zijn er ook drie verschillende klassen waar je als speler uit kunt kiezen en waarin je ook verder kunt specialiseren. Elke klasse heeft twee onderscheidende wapensoorten en unieke vaardigheden tot zijn beschikking, waar je tussen kunt wisselen tijdens gevechten. Klinkt overweldigend, maar dit zorgt wel voor een hoge herspeelbaarheid van de game. Daarbij komt kijken dat de moeilijkheidsgraad gedurende de game aan te passen is, dus je kunt het zo uitdagend maken als je zelf wilt. Voor elke speelstijl is er wel wat wils. Ontzettend fijn is ook dat je skillpoints op elk moment kunt herverdelen en in tegenstelling tot de meeste role-playing-games, is dit kosteloos. Op deze manier kun je verschillende speelstijlen uitproberen en kijken welke aanpak jij het fijnst vindt.
Hoewel de game lineair van aard is, voelt de wereld groot aan en valt er genoeg te ontdekken. Exploren wordt zelfs beloond, door loot als goud en waardevolle objecten, die je weer kunt verkopen, maar ook wapens en andere soorten uitrusting. De omgeving is ook interactief en bepaalde objecten kunnen kapotgemaakt worden, wat er soms toe leidt dat je een geheime ruimte ontdekt. Het is ook ontzettend leuk als er weer een verstopt schatkistje tevoorschijn komt, na het kapotslaan van houten kisten en vazen. Soms zijn er hierdoor meerdere paden die je kunt nemen, om van A naar B te komen. De game geeft je een hoop vrijheid, ook wat de volgorde waarin je quests opvolgt betreft, zonder daadwerkelijk een volledige open-wereldgame te worden. Het beloont ook om later terug te komen naar een verkenbaar gebied, maar dan met een andere samenstelling metgezellen. Deze hebben namelijk elk weer vaardigheden die ingezet kunnen worden om bepaalde puzzels op te lossen en gebieden vrij te spelen.
Keuzes die je maakt hebben invloed op het verloop van het verhaal en hoe de verschillende facties over jou denken, maar ook op de band die je hebt met de je metgezellen. Laatstgenoemde is waar de game in uitblinkt en voor mijn gevoel ook terug gaat naar de roots. Elk metgezel heeft een eigen achtergrondverhaal, met bijbehorende persoonlijke quests die je kunt voltooien, om ze zo nog beter te leren kennen en een betere band te scheppen. Laatstgenoemde is gewenst, want door de rang van jouw relatie met het desbetreffende personage te verhogen verdien je skillpoints, waarmee je sterkere aanvallen kunt vrijspelen. Daarnaast is het ook mogelijk om een romantische relatie met ze aan te gaan. Er zijn in totaal zeven metgezellen die je aan je team kunt toevoegen, maar tijdens de gevechten kun je er maar twee met je meenemen, wat soms voor wat keuzestress zorgt.
Combat is in het begin even wennen, daar je al gauw in de snelle actie je oriëntatie kunt verliezen, maar is uiteindelijk ontzettend vloeiend en zit goed in elkaar. Wel zijn de turn-based-achtige elementen zijn verdwenen, wat jammer is. Je kunt het slachtveld niet meer van bovenaf bekijken, om vervolgens jouw volgende zet te bepalen. Dat de combat nu action-based is, betekent echter niet dat je er zomaar op los kunt beuken; button bashen levert tot op zeker hoogte resultaat op, maar je zult ook moeten ontwijken en een goed getimede parry wordt beloond. Voor eindbazen is het daarnaast belangrijk om de aanvalspatronen te leren kennen en aan te vallen, zodra je een opening hiervoor ziet. Hierdoor brengt de combat zeker ook uitdagingen met zich mee. Daarnaast zijn er aanvallen van jouw metgezellen die perfect op elkaar aansluiten, en als je deze combineert zijn deze extra sterk. Wat wel opvalt, is dat de metgezellen geen health bar meer hebben en in het gevecht soort veredelde NPC’s zijn. Je kunt ze niet meer aansturen zoals dat met voorgaande Dragon Age-games wel kon. Dit vond ik een bijzondere keuze van de ontwikkelaar, helemaal omdat de game juist de nadruk legt op de band die opbouwt tussen jou en deze personages.
Een ander knelpuntje is de camera. Deze is soms wat vervelend, helemaal tijdens het ontdekken en uitpluizen van de verkenbare gebieden. Op sommige momenten wil de camera je blik wel heel graag op iets belangrijks werpen en voel je de cursor van de muis wegtrekken. Het is af en toe een gevecht om deze gericht te houden op hetgeen waar jij nu mee bezig bent, wat soms voor irritatie kan zorgen. Gelukkig gebeurt dit nooit op de cruciale momenten.
Visueel ziet de game er overigens prachtig uit. De wereld is kleurrijk en levendig, wat alleen maar meer uitnodigt om op onderzoek uit te gaan. Vooral de lichtval is soms adembenemend mooi om naar te kijken. De steden zijn indrukwekkend en bieden een moment van rust waarbij je waardevolle objecten kunt verkopen, maar ook nieuwe uitrusting kunt aanschaffen. Elke stad heeft ook genoeg geheimen te ontdekken. Een leuk detail waar de game ook zeker punten mee scoort, is het feit dat je dieren kunt aaien. Toch fijn als je een hond of poes ziet en je deze een aaitje over de bol kunt geven.
Dit alles gecombineerd met de heldhaftige, en soms emotionele muziek, zorgt dat voor een meeslepende speelervaring. Bovendien is de muziek gecomponeerd door Hans Zimmer en Lorne Balfe.
Conclusie
Met Dragon Age: The Veilguard is BioWare weer teruggegaan naar hun roots, wat voor een ontzettend fijne speelervaring zorgde. De band die je opbouwt met jouw metgezellen, dat is de kracht van deze game, en de achtergrondverhalen van deze personages zijn diepgaand en complex. Grafisch is de game prachtig en ook de omgevingen zijn waanzinnig mooi weergegeven. Hoewel de game lineair van aard is, voelt de wereld toch groot en heb je ontzettend veel vrijheid, ook qua speelstijl. De combat is vloeiend, uitdagend en rechtvaardig, maar toch miste ik het turn-based-element uit de voorgaande games en ook het feit dat je jouw metgezellen niet direct meer kunt aansturen, voelde in het begin wat vreemd. Ondanks dat is The Veilguard echt een gave game, die een speelervaring biedt waar je je helemaal in kunt verliezen.
+ Graphics
+ Kosteloos skillpoints herverdelen
+ Band met metgezellen
+ Muziek
+ Veel vrijheid
+ Dieren aaien!
+ Action-based combat is vloeiend en biedt genoeg uitdaging…
– … maar jammer dat het turn-based combat element verdwenen is
– Metgezellen zijn niet meer volledig aan te sturen
– Camera soms wat vervelend